Nieuwsmedia

In de prijzen

Het is nooit het eerste doel, maar goede journalistiek kán een prijs opleveren. De in 2022 gelauwerde journalisten Gep Leeflang (de Stentor), Maarten Keulemans (de Volkskrant) en Robin Ramaekers (VTM Nieuws) over volharding, arbeidsethos en de heilige journalistieke plicht.

Winnaar Saskia Stuivelingprijs

GEP LEEFLANG (DE STENTOR):  

“Laat je journalistieke hart spreken” 

Alsof hij een nooit verwachte 10 op zijn rapport kreeg. Zo ervaarde Gep Leeflang (57) het winnen van de Saskia Stuivelingprijs voor de beste regionale politieke journalistiek. Die prijs ontving de journalist van de Stentor, de krant van Oost-Nederland, in maart 2022 na een serie van bijna honderd artikelen over de schimmige bestuurscultuur in de gemeente Epe. De jury prees Leeflang voor zijn ‘onverschrokken en vasthoudende’ spit- en schrijfwerk om in z’n eentje discutabele deals bloot te leggen, ondanks ferme tegenwerking van het lokale bestuur.

Lees meer

Journalist van het Jaar

MAARTEN KEULEMANS
(DE VOLKSKRANT):

“Juist in onzekere tijden feit en fictie scheiden”

Een wetenschapsjournalist die vol in de schijnwerpers staat, dat is ook weleens aardig, vindt Maarten Keulemans (54) van de Volkskrant. Hij werd in januari 2022 uitgeroepen tot Journalist van het Jaar in Nederland vanwege zijn ‘onvermoeibare verslaggeving’ over de coronapandemie. Keulemans: “Meestal gaat zo’n titel naar collega’s vanwege politieke onthullingen, terwijl ik als wetenschapsjournalist vooral stukjes maakte voor pagina zoveel. Door corona veranderde dat.”

Lees meer

Nominatie AIB Awards

ROBIN RAMAEKERS (VTM):

“Blijf verhalen vertellen van anonieme helden” 

Hij won ’m niet, maar een nominatie voor de AIB Awards van de Association for International Broadcasting, ook wel de ‘Oscars van de journalistiek’ genoemd, is al een zeer eervolle zaak, vindt Robin Ramaekers (48). En dat tussen wereldspelers als CNN, BBC en Al Jazeera. De Vlaamse tv-journalist, die in 2019 ook al een nominatie verdiende met reportages in Jemen, werd genomineerd vanwege een reeks reportages voor VTM Nieuws over de oorlog in Oekraïne.

Lees meer

Winnaar Saskia Stuivelingprijs

GEP LEEFLANG (DE STENTOR):

“Laat je journalistieke hart spreken”

A

lsof hij een nooit verwachte 10 op zijn rapport kreeg. Zo ervaarde Gep Leeflang (57) het winnen van de Saskia Stuivelingprijs voor de beste regionale politieke journalistiek. Die prijs ontving de journalist van de Stentor, de krant van Oost-Nederland, in maart 2022 na een serie van bijna honderd artikelen over de schimmige bestuurscultuur in de gemeente Epe. De jury prees Leeflang voor zijn ‘onverschrokken en vasthoudende’ spit- en schrijfwerk om in z’n eentje discutabele deals bloot te leggen, ondanks ferme tegenwerking van het lokale bestuur.


Leeflang voelt zich een regionale waakhond. De waakhond die niet alleen kwispelt bij vrolijke gebeurtenissen, maar ook gromt en blaft. En waar nodig doorbijt. Het begon vrij onschuldig met een wethouder die op eigen houtje lokale vergunningen ‘regelde’. Leeflang beet zich vast in de zaak, die tot een bestuurscrisis leidde en twee wethouders de kop kostte. Wat Leeflang belangrijker vindt, is het aantonen van misbruik van de lokale macht. “Je ziet een gemeente die tegenover haar burgers is komen te staan en juridisch haar gelijk probeert te halen, in plaats van de inwoners ruimhartig bij zaken te betrekken.”


Het winnen van de Saskia Stuivelingprijs beschouwt hij als een enorme eer en aanmoediging, zegt Leeflang. Want ja, ook bij de Stentor moet de krant vol, wat weleens kan schuren met gedegen en langdurige onderzoeksjournalistiek. De kunst is om die twee takken van sport te combineren. “Natuurlijk heb ik ook soms last van de waan van de dag”, zegt Leeflang. “Maar als je op een zaak stuit die riekt, moet je ook lef hebben, eigenwijs zijn en je journalistieke hart laten spreken door erin te duiken. Ook al kost het ontelbaar veel uren uitzoekwerk en doorzettingsvermogen. In mijn geval leverde het spitwerk veel artikelen voor de dagkrant op. In feite regisseer je zo je eigen werk.”


Naast de waardering van hoofdredactie en collega’s, beterschap belovende bestuurders en de constatering dat regionale journalistiek springlevend is, leverde de prijs voor Leeflang nog iets anders op: “Bestuurders beseffen, denk ik, terdege dat ze mij niet met een kluitje in het riet kunnen sturen.”

Journalist van het Jaar

MAARTEN KEULEMANS (DE VOLKSKRANT):

“Juist in onzekere tijden feit en fictie scheiden”

E

en wetenschapsjournalist die vol in de schijnwerpers staat, dat is ook weleens aardig, vindt Maarten Keulemans (54) van de Volkskrant. Hij werd in januari 2022 uitgeroepen tot Journalist van het Jaar in Nederland vanwege zijn ‘onvermoeibare verslaggeving’ over de coronapandemie. Keulemans: “Meestal gaat zo’n titel naar collega’s vanwege politieke onthullingen, terwijl ik als wetenschapsjournalist vooral stukjes maakte voor pagina zoveel. Door corona veranderde dat.”


Natuurlijk is het dan mooi en eervol om te schitteren, vindt ‘vak­idioot’ Keulemans, die het als zijn heilige journalistieke plicht beschouwt om het publiek - juist in onzekere tijden - goed te informeren. “Op een gegeven moment gingen sommige lezers zich afkeren van de mainstreammedia, die ze beschouwden als verdediger van de gevestigde orde. Abonnees geloofden niet meer wat er in de krant stond. Juist dan moet je feit en fictie scheiden, uitleggen wat de wetenschappelijke feiten zijn en waar de twijfel zit.”


Dat laatste aspect beviel ook de jury zeer, net als zijn reeks columns ‘Keulemans in quarantaine’, waarin hij onder meer lezersvragen over corona beantwoordde. Ook zijn inspanningen om, onder meer via Twitter, in discussie te gaan met zijn lezerspubliek vielen in de smaak. Keulemans: “Twitter doe ik op persoonlijke titel en in mijn vrije tijd. Maar ook daar vind ik het leuk wetenschappelijke onderzoeken te duiden, en onzin te weerleggen.”


Als Journalist van het Jaar wordt hij af en toe met iets meer egards behandeld (‘U bent niet zomaar iemand’, kreeg hij van een onderzoeker te horen), maar wat bleef is zijn drive om ingewikkelde materie op een laagdrempelige manier uit te leggen. “Het is een journalistieke valkuil om te denken dat mensen iets al weten omdat je er al een keer over hebt geschreven. Je moet gewoon simpel uitleggen hoe het zit. Mijn manier van werken is niet veranderd. Sinds corona op z’n retour is, duik ik weer met alle liefde in wetenschappelijke onderzoeken en artikelen over bijvoorbeeld het klimaat. Ook hartstikke leuk om te doen.”

Nominatie AIB Awards

ROBIN RAMAEKERS (VTM):

“Blijf verhalen vertellen van anonieme helden” 

H

ij won ’m niet, maar een nominatie voor de AIB Awards van de Association for International Broadcasting, ook wel de ‘Oscars van de journalistiek’ genoemd, is al een zeer eervolle zaak, vindt Robin Ramaekers (48). En dat tussen wereldspelers als CNN, BBC en Al Jazeera. De Vlaamse tv-journalist, die in 2019 ook al een nominatie verdiende met reportages in Jemen, werd genomineerd vanwege een reeks reportages voor VTM Nieuws over de oorlog in Oekraïne.


Of preciezer: in Mykolaiv, dat juist daarvoor was getroffen door hevige bombardementen. “In Mykolaiv waren wij het enige medium op de locatie waar net de legerbasis was gebombardeerd en waarschijnlijk meer dan tweehonderd rekruten om het leven waren gekomen. We konden de oorlog elke dag een gezicht geven met bijzondere verhalen, onder meer met een vrouwelijke postbode die ondanks alle aanslagen en geweld de pensioentjes (cash) aan de lokale bewoners bleef bezorgen in schuilkelders en appartementen. We waren op het juiste moment op de juiste plaats”, vertelt Ramaekers, wiens reportages werden overgenomen door onder meer BBC, ITV en NOS.


Toeval bestaat tot op zekere hoogte, zegt de oorlogsjournalist. “Soms vallen de puzzelstukjes precies in elkaar, maar daar gaat veel uitzoekwerk aan vooraf: uitvissen waar je het beste verhaal kunt halen en je voortdurend goed bewust zijn van de context waarin je opereert. Maar er zijn ook dagen van grote frustraties, doordat we vaak moedwillig worden geblokkeerd door een van de strijdende partijen, gewoon omdat het verhaal dat we willen vertellen niet past bij het narratief dat ze naar buiten willen brengen.”


Ramaekers doet verslag in gebieden waar even daarvoor de raketten insloegen. Toch noemt hij zich niet ‘onverschrokken’. “Dat suggereert een zekere overmoed, en wij zijn niet overmoedig. Wel ben ik verregaand nieuwsgierig. Ik heb niet de illusie dat wij met onze reportages het grote verschil kunnen maken. Tegelijkertijd denk ik dat het ongelooflijk belangrijk is om de verhalen uit de oorlog te blijven vertellen, om empathie te blijven voelen met de levens van heel gewone mensen, van kleine anonieme helden die ondanks alles de post blijven bezorgen.”


Zijn nominatie ziet Ramaekers vooral als een aanmoediging. “Natuurlijk had ik de award graag gewonnen, maar ik zie het ook als een trigger om dit jaar nóg sterkere reportages te maken.”